That’ll Be The Day
That’ll Be The Day
Het klinkt misschien gek, maar ieder jaar op 3 februari lijkt het alsof een klein luikje in mijn hoofd zich opent vanwaaruit een stem roept: Vergeet mij niet! Vergeet niet hoe je 56 jaar geleden voor de radio zat en de nieuwslezer hoorde verkondigen dat een vliegtuigje was verongelukt. Vijf dagen voor mijn eigen verjaardag rolde tranen over m’n wangen omdat in de Verenigde Staten een crash de oorzaak was dat alle vier de inzittenden om het leven kwamen. Een piloot en drie rocksterren lagen levenloos in een besneeuwd maisveld, nog geen 10 kilometer van Mason City, Iowa. Ritchie Valens, J.P.Richardson (alias ‘The Big Bopper’) en mijn grote idool; Buddy Holly.
Ik weet nog als de dag van gisteren hoe ik, samen met een paar vrienden, urenlang de weinige singletjes draaide die we bezaten. Singles, met het bekende oranje-gele label van Coral Records, die met postuum respect op een klein draagbaar platenspelertje werden gelegd om vervolgens een kunststof armpje op de plaat te laten zakken. Keer op keer luisterden we naar ‘That’ll Be The Day’, ‘Peggy Sue’ en ‘Oh Boy’ tot de naald zich onderhand door het vinyl heen geworsteld had, en de achterkant van de plaat hoorbaar leek. Buddy Holly, de gebrilde rocker met de magische ‘hik’ in z’n stem.
Buddy Holly werd later een soort mythe. Steeds meer duistere verhalen deden de ronde over de dood van de zanger. Er kwamen regelmatig nieuwe plaatjes uit die het beeld versterkten dat Holly niet dood zou zijn. In de eerste jaren na de crash verschenen nog zeker twintig singles, waarvan een groot deel in de Europese hitlijsten belandde. In Nederland stond ‘Brown Eyed Handsome Man’ in 1963 nog op een 14e plaats, terwijl de hitpotentie in Engeland – waar Buddy tot cultheld uitgegroeide – middels vele herreleases uiteindelijk tot 1988 stand hield. Een jaar of drie, vier na zijn dood was het echter voor iedereen wel duidelijk. Het ging om eerder of niet uitgebracht materiaal en de mythe rond zijn mysterieuze verdwijning verdween. Een mythe die door de platenmaatschappij aanvankelijk met alle macht in stand werd gehouden door later gevonden demo’s te voorzien van een nieuwe instrumentale achtergrond. Hiervoor stonden de Amerikaanse ‘Fireballs’ garant. Een oorspronkelijk instrumentale groep die ook zelf de nodige hits scoorde.
Dat Buddy Holly ook voor honderden andere artiesten een bron van inspiratie vormde blijkt uit de vele getuigenissen en covers door grote sterren. De Beatles, de Rolling Stones en de Hollies (die zelfs zijn hun naam aan hem ontleenden) zagen in hem hun grote voorbeeld. Ook in ons land was zijn invloed groot. In de eerste helft van de jaren zestig behoorde het werk van Holly tot het standaardrepertoire van heel veel bandjes. Bij mij, in Amsterdam-zuid, was het Joop Siegelberg die zich met de Teddy Bears presenteerde als de ‘Nederlandse Buddy Holly’ en dit keurig op zijn publiciteitsfoto liet afdrukken. De Teddy Bears behoorde tot de betere Amsterdamse groepen, die met regelmaat optraden in hun eigen onderkomen – ‘het Keldertje’. Ik was daar vaak en ook bij andere optredens. Grappige bijkomstigheid; mijn latere partner bleek daar ook regelmatig te zijn, al wist ik dat toen nog niet.
Joop Spiegelberg (alias Joh Lang) was destijds, behalve zanger bij de Teddy Bears, ook voorzitter van de Buddy Holly fanclub. Later is hij naar Nieuw-Zeeland vertrokken om zijn passie, het zelf maken van gitaren, verder uit te bouwen. Een jaar of tien geleden hebben we nog contact gehad, waarbij hij mij schreef dat er studio-opnamen moesten bestaan van de Teddy Bears. Ze zijn nooit uitgebracht. De Teddy Bears was helaas geen grote carrière beschoren en stierf een vroegtijdige dood. De laatste paralel met hun – en zeker ook mijn – grote idool: Buddy Holly.
De Teddy Bears bestonden uit:
Willem Taarling – drums (later naar The Mystics en Trix & The Paramounts)
Eddy Aling – basgitaar
Robbie de Jonker – sologitaar
Jan v.d. Berg – slaggitaar/saxofoon
Joop Spiegelberg – zang
Ary Groenhuizen – piano
rien ditzel
mede oprichter van de buddy holly appreciation society samen met jan schijff. joop kwam later er bij
Mijn eerste contact met de Buddy Holly Fanclub was door Rinus Ditsel en zo ben ik bij de Teddy Bears gekomen met Joop Spiegelberg als de Nederlandse Buddy Holly. Later ging ik met mijn vriendin naar het Keldertje in de Rustenburgerstraat om te dansen waar de Teddy Bears de muziek van Buddy speelde en ze speelde ook vaak in de speeltuin vereniging Hendrik de Keijzer. Ik nam mijn buurmeisje mee om die leuke band te laten zien, ja ze vond de zanger wel erg leuk en hij haar ook en die zijn later getrouwd, Mijn andere vriendin was getouwd met Rob de Jonker de solo gitarist en ik met Ary de pianist. Rob, Jel en Ary zijn alle drie overleden. Gelukkig heb ik nog geregeld contact met Joop en Loes uit Nieuw-Zeeland en Jan van de Berg de slaggitarist, wat een Fanclub al niet te weeg kan brengen. Ik hoop dat Wim Taling en Eddy Aling dit ook lezen en misschien willen reageren, het zou leuk zijn om een kleine reünie te houden.
Weet iemand het merk van zijn zwarte bril…?
Zijn zonnebril was van het merk “Wayfarer” (Ray Ban)..!!
Was Jan Schijff ook niet een tijd voorzitter ? De fanclub heette toendertijd “the Buddy Holly Appreciation Society” en ik was er ook lid van. Enkele boekjes van de fanclub bewaar ik nog.