TV spotje
Kwart over zeven zag ik met een half oog op mijn wekker kijkend. De telefoon had me wakker gebeld. Ik struikelde m’n bed uit, waggelde verdoofd naar het tafeltje waar het onding stond en gorgelde: “Hallo.” “Goeiemorgen, met Ben?” hoorde ik iemand vragen. “Ja,” rochelde ik terug. “Maak ik je wakker?” vroeg de andere kant. “Wat denk je, zondagmorgen!” riep ik enigszins geïrriteerd. “Ja sorry, met Anton.” Anton was een collega, die net als ik een bloemenkiosk had in hartje Amsterdam. “Ik ben net gebeld door een klant met een productiebedrijf,” ging hij verder. “Ze draaien vandaag een TV spotje voor ‘head and shoulders’, je weet wel, die shampoo. Hij vroeg of ik binnen een uur een handkar bloemen kan verzorgen.” Ik schudde mijn hoofd, de informatie moest even verwerkt worden. “Nou, en..?” vroeg ik. “Ik heb te weinig overgehouden gisteren, dus ik dacht: misschien heb jij nog wat?” Nu was de afgelopen zaterdag niet mijn beste dag van het jaar geworden, dus antwoordde ik: “Ja.., ik heb nog wel het een en ander staan.” “Ik ben binnen een kwartiertje bij je,” hoorde ik aan de andere kant. Zonder verder iets te vragen hing hij op.
Ik was nog niet aangekleed en had nog geen kop koffie naar binnen gewerkt, of de bel ging. Terwijl ik m’n jas van de kapstok plukte vertelde Anton wat de bedoeling was. “Zoals ik al zei, het gaat om een reclamefilmpje. Het is geloof ik zo dat Len del Ferro bij een bloemenkar moet staan met allemaal mensen om zich heen.” “Wie is Len del Ferro?” vroeg ik. “Dat is een of andere operazanger met een Amerikaans accent.” verklaarde Anton. “Zal wel!” reageerde ik en we stapten in de auto. Nadat onze overgebleven bloemen waren ingeladen, vertrokken we naar een plek ergens in Amstelveen. “Hoe zit het eigenlijk met de betaling?” vroeg ik. “We krijgen een bedrag voor de hele dag en de gebruikte bloemen worden extra betaald,” antwoordde hij. “Oké,” reageerde ik, “we zullen zien.”
Toen we op de set arriveerden, ergens op een pleintje, stond iedereen al te wachten. Licht, camera’s, make-up en een lange tafel vol figuranten, die zich ondertussen tegoed deden aan een stapel broodjes. Iets verder stond Len del Ferro te praten met een dikke, smoezelige kerel, die later de regisseur bleek te zijn. Aan de andere kant van het plein stond een lege handkar. We werden er heengeleid met het verzoek deze aantrekkelijk met bloemen op te maken. Binnen een kwartier was de klus geklaard, alhoewel het sneller had gekund als Anton zich niet constant als een tweederangs filmacteur had voortbewogen. “Het lijkt wel een echte James Bond set,” gniffelde hij terwijl hij achter een in de buurt staande boom ging staan en het geluid van een mitrailleur produceerde. “Schiet liever op!” beet ik hem toe, maar een tel later stond hij voor de half gevulde kar en speelde dat hij aangeschoten en achterovervallend op de uitstalling terecht kwam.
Inmiddels was ook de uit de kluiten gewassen regisseur naar de handkar gelopen. Hij gaf ons een hand en wat extra aanwijzingen. De kar zag er prachtig uit en een aantal andere decorstukken werden op hun plaats gezet. Alle figuranten moesten dicht bij de uitstalling gaan staan en volgens de regie was het de bedoeling dat del Ferro zou komen aanlopen met een fles anti-roos shampoo en zou roepen: “Hey men, het helpt! en hem ook, en haar ook!” De scene werd geoefend, gefilmd, weer geoefend en weer gefilmd, maar de artistieke dikkerd was niet tevreden. De figuranten werden constant van links naar rechts verplaatst en del Ferro moest wel veertig keer roepen dat het hem hielp en haar ook. Opeens riep del Ferro pissig: “Ik stop ermee! Ga eerst maar de andere scenes opnemen, dan doe ik dit na de lunch wel opnieuw.” Op het gezicht van de inmiddels rood aangelopen opnameleider was de onvrede af te lezen, maar hij had weinig keus. De horde verdween morrend naar een ander punt van het plein, ons bij de bloemen achterlatend.
Na opnieuw koffie en broodjes werden alle bijfiguren weer naar onze bloemenkar gestuurd en ook Len del Ferro dwong zichzelf onze kant op. Het was duidelijk dat hij geen blij gevoel zou overhouden aan deze dag, maar ook hij had weinig keus. Opnieuw werden licht en camera’s in stelling gebracht en het spelletje van die morgen begon opnieuw. Inmiddels was ook de zon gedraaid en, vervelender nog, de bewolking was toegenomen. De dikke spelleider liep nerveus van de ene naar de andere kant terwijl hij constant riep dat iemand naar voren of naar achteren moest. Weer riep del Ferro achterelkaar: “Hey men, het helpt! en hem ook, en haar ook!” maar door de vele herhalingen begon hij regelmatig te stotteren; bijzonder als je nagaat dat hij niet veel later een instituut voor stottertherapie zou openen.
Telkens moest de scene opnieuw, waarbij del Ferro ook heen en weer werd gedirigeerd. Uiteindelijk had die er definitief genoeg van. Hij draaide zich naar de regisseur, die iets verder naast hem stond en bulderde in half Engels: “This is absolutely de laatste keer!” De dikkerd schrok zich wezenloos, deed twee stappen achteruit, zag daarbij de emmers bloemen die achter hem stonden over het hoofd en verloor zijn evenwicht. Tweehonderd kilo daalde achterovervallend midden in de bloemenkraam. Anton, die zijn act van eerder die morgen herkende, pieste in z’n broek en ook ik sloeg, samen met crew en figuranten, dubbel van het lachen.
De gevallen artistiek leider krabbelde overeind, keek woest naar del Ferro en brieste: “Het is goed zo, we monteren deze scene wel uit de opnamen!” Toen draaide hij zich om en liep weg van de set. De bloemenkar lag ondersteboven en de bloemen lagen over straat. Maar daar hadden de figuranten geen problemen mee, ze stortten zich op de boeketten en hebben er waarschijnlijk nog een hele week plezier van gehad. Toen, vele weken later, de TV spot voor het eerst voorbij kwam, zag ik Len del Ferro – met zijn handen in de lucht – vlekkeloos roepen: “Hey men, het helpt! en hem ook, en haar ook!” maar verder had holle bolle Gijs voor veel knip en plakwerk gezorgd; de bloemen kwamen niet meer in het stuk voor en van Anton en mij waren alleen onze schoenen zichtbaar.
Nou Ben, dat is ook lekker! Hopelijk heb je er financieel wel iets aan over gehouden! In ieder geval heb je mij weer even lekker laten lachen met dit prachtige verhaal! Groetjes van Adri
Wat een grappig verhaal Ben, groetjes Hennie